Het was de dood die ik rook [deel 1]

Het was de dood die ik rook

De laatste weken was mijn angst om mama te verliezen zeer groot geworden. De dokter had me op een bepaald moment gezegd: ‘het kan nog 2 dagen zijn, het kan nog 2 weken duren’. Na dat telefoontje met de dokter heb ik deze informatie onmiddellijk uit mijn geheugen gewist.

Ik kan het je nu vertellen omdat Wesley naast me stond en hoorde wat de dokter zei. Na haar dood wees hij mij erop dat de dokter het dan toch wel juist had ingeschat. ‘Hoe bedoel je?’, vroeg ik. ‘Wel, hij had je dit toch verteld aan de telefoon?’ Toen kwam het terug, ja inderdaad, hij had het mij verteld. Maar de enige manier voor mij om met deze informatie recht te blijven staan, was door dit onmiddellijk te deleten. Dit is wat wij als mens doen als we in overlevingsmodus zijn. Dan kan je niet anders dan shiften in de informatie om niet ten onder te gaan.

Ingehouden ochtenden

Mijn ochtenden zagen er in die periode telkens hetzelfde uit. Ik stond op, maakte mezelf klaar en zette een lekkere verse kop koffie voor mama. In de keuken gaf ik mezelf een peptalk om naar haar toe te gaan. Niet omdat ik ze niet wilde zien maar uit angst om haar dood aan te treffen. Ik vermande mezelf telkens en zette de 15 stappen naar het ‘Omi-kasteel’ (onze garage in de tuin die we hadden omgebouwd tot studio).

Het waren warme dagen in die periode. Mama sliep met het schuifraam open met een vliegenraam erin. Met de tas koffie in de hand bleef ik altijd aan de deuropening staan en telkens keek ik met ingehouden adem naar het bed. Wachtende tot ik een beweging zag of het deken dat op en neer bewoog door haar ademhaling. Van waar ik stond zag ik op het eindbord van het bed. Het was best moeilijk om haar ademhaling van daar te kunnen zien. Ik heb daar enkele keren gestaan met de gedachte ‘ze ademt niet meer’ en dan ‘oef, toch een kleine beweging’. Wat een gewicht viel er telkens van mij af.

Wanneer de werkelijkheid je inhaalt

Mama had al een hele week last van constipatie. Het was nog wel ‘ns gelukt om naar de wc te gaan maar nu was het toch wel weer enkele dagen geleden. Maandagochtend, ik had een superdrukke dag voor de boeg, helemaal in thema van mama. Ik zou nogmaals langsgaan bij een andere specialist oncoloog, nog wat dingen voor haar op de ziekenkas en het gemeentehuis in orde brengen, … Ik had een planning en die moest afgewerkt worden. Ik stond op en was meteen gehaast om alles rond te krijgen. Koffietje gezet, in de rush van mijn planning bracht ik deze naar haar. Zonder nadenken stap ik vlot binnenloop, recht naar het aanrecht om de koffie even neer te zetten. Bij het binnenkomen rook het onfris ‘goed’, denk ik bij mezelf, ‘ze is naar de wc kunnen gaan, de darmen doen het weer.’

Ik zet de koffie neer, draai me om en … ik zie dat ze gestorven is. Even blijf ik staan, hoelang kan ik niet zeggen want ik heb even geen tijdsbesef. Ik stap naar haar toe en leg mijn hand op haar arm.

‘Ze is dood’, zeg ik herhaaldelijk in mezelf, ‘ze is dood!’

Geef een reactie