
Mijn mama was verpleegster en ze werkte jarenlang op de geriatrische afdeling van een ziekenhuis. Daar had ze een behoorlijke afkeer gekregen van hoe er met ouderen en met doden wordt omgegaan. Zo vond ze het bv. een naar idee dat er na haar dood mannen aan haar lichaam zouden komen. Afgezien van het feit dat ze gecremeerd wilde worden, kenden we haar wensen eigenlijk niet en was er niets geregeld. Ze had een gesprek hierover nochtans meermalen ingepland met haar beste vriendin maar telkens vonden ze beiden bewust of onbewust een ander thema om over te babbelen.
Wat nu?
Zelf had ik ook nog niet echt stil gestaan bij ‘wat is het plan’ op het moment dat ze sterft. Ik was ook niet bewust bezig met sterven. De gedachtes aan haar dood waren voor mij ondragelijk. Niet dat ik deed alsof ze gezond was, maar ik leefde vooral in het nu en met een grote portie hoop. Een heel jaar lang wist ik dat ze ging sterven en op het moment dat ze stierf, besefte ik pas dat er eigenlijk geen plan was. Ik belde in een waas naar een goede vriendin van mama, die bij een begrafenisondernemer werkte waar ze doden opmaakte. “Saskia, mama is gestorven, wat moet ik doen? Kun jij naar hier komen en mama opbaren? Ik wil dat mama hier blijft tot ze gecremeerd wordt.”
Keuzes maken
De begrafenisondernemer was vrij snel bij ons en ging zijn lijstje af. Bang vroeg ik of het mogelijk was om haar thuis opgebaard te laten. “Mo, madammeke, dat doen ze niet meer dezen tijd zenne.” “Oké”, zei ik, “maar kan het of kan het niet?” “Tja dan zal ik ‘ns moeten bellen naar een collega voor een koeltafel en met dit weer …” (het was op dat moment bijna 30 graden). Hij vervolgde: “Ik weet niet hoe ze er dan zal uit gaan zien” en dan nog een verhaal over ongedierte … ik bespaar je de details. Na een stilte zei ik: “Ik zou graag willen dat u belt voor die tafel.” Dat moment daar aan die tafel heeft mij veel moed gekost.
Het zou zoveel makkelijker zijn geweest om het normale plan van de begrafenisondernemer te volgen. Ik ben echter nog steeds zo blij dat ik op dat moment op mijn strepen heb gestaan. Een uur later stond er een wagen met een koeltafel voor onze deur. Saskia en de beste vriendin van mama hebben haar omgekleed en mooi opgebaard. 5 dagen was mama bij ons. Verschillende mensen zijn komen groeten en ook onze kindjes zijn meerdere keren naar hun Omi geweest. Ik zelf heb nog veel tijd met haar doorgebracht, gewoon er bij zitten, haar aanraken … 5 dagen was ze bij ons en ze was nog even mooi op het moment dat we haar in de kist legden voor de crematie als op het moment dat ik haar 5 dagen daarvoor dood aantrof.
Je eigen tijd voor afscheid
Hoe pijnlijk die dagen ook waren, ik was zo blij dat mama bij ons was. Ik geloof dan ook dat opbaring van je dierbare in huis weer meer zou moeten gebeuren. Het geeft jou meer tijd om het verlies te laten binnendringen. Het geeft ook de ruimte en mogelijkheid om zelf te beslissen wanneer en hoelang je erbij blijft en niet op afroep van een begrafenisondernemer. Misschien geeft het idee dat er een dode in huis is je een akelig gevoel, dat kan ik best begrijpen. Maar het gaat niet over zomaar ‘een dode’ het gaat over iemand die jou dierbaar is.
Rouwen betekent in vertraging gaan. Laat ons al eens starten om op het moment van de dood ineens in vertraging te gaan. Bied mensen de mogelijkheid om hun geliefde in huis te houden tot aan de afscheidsdienst.
Wat mooi! Ik wist niet dat het kon om ze thuis te houden en ik kan me voorstellen dat ik dat ooit met mijn eigen mama ook zal doen. Dankjewel om te delen, je roerde me tot tranen. Warme groet, Marjan